Toolbox
Datagovernance Animatievideo
- Een niet invasieve aanpak
- Methodiek: bepaling Datapositie voor je maatschappelijke opgave
- Stappenplan: Kerndataset (ervaring energietransitie)
De Toolbox is de landingsplek voor best practices op het gebied van data governance en datamanagement binnen en tussen provincies. Het is een ‘levend’ document en bedoeld om kennis en ervaring te delen.
- Een niet invasieve aanpak
Het referentiemodel geeft een overzicht van hoe data governance binnen en tussen de provincies ingericht kan worden. Het geeft antwoordt op “Besturing en beheer” van de (belangrijkste) data-assets. Om tot een succesvolle implementatie te komen moeten de volgende vier stappen doorlopen worden:
1. Bewustzijn en urgentie
Er is voldoende draagvlak en gevoel voor urgentie gecreëerd zodat de waarde en noodzaak van data voor iedereen duidelijk is.
2. Prioritering
Er is, vanuit de domeinen, richting, onderscheid en prioritering aangegeven op bijbehorende datasets zodat een effectieve besturing en op de datamanagement functies wordt
uitgevoerd.
3. Kaders en beleid
Er zijn heldere kaders en beleid ingericht zodat focus op en gebruik en beheer van data ondersteund wordt.
4. Rollen en verantwoordelijkheden
Er zijn duidelijke taken, verantwoordelijkheden (vastgelegd in rollen) en overlegstructuren ingericht zodat datamanagement functies effectief uitgevoerd worden.
De aanpak is non invasief. Het is erop gericht zoveel als mogelijk aan te sluiten op de huidige situatie. Daarna kan gericht en in kleine stapjes de aanpassingen worden vastgelegd en formaliseert, door:
- bewustwording te vergroten bij de domeinen en organisatie over de noodzaak en urgentie van data governance middels communicatie en kennisdeling;
- het eigenaarschap in te vullen inclusief taken, verantwoordelijkheden en overlegstructuren. Daarbij kunnen kritieke domeinen als voorbeeld dienen;
- Te focussen op bestaande informele werkwijzen explicieter en formeler aan data te koppelen. Daar waar mogelijk juist informele rollen te formaliseren;
- heldere Principes te ontwikkelen over ‘zo werken wij met data’ om samenwerking te bevorderen en gezamenlijke beleving te ontwikkelen op o.a. rolopvattingen en bij ethische, juridische, financiële en technische vraagstukken;
- “Data als bezit” te beschouwen als “gezamenlijk bezit” en daarmee de kloof tussen de techniek en beleid/uitvoering te verkleinen;
- Gebruik te maken van standaarden en best practices, zoals DAMA DMBOK aangevuld met context en maatwerk;
- de rol van de provincies te duiden en in te vullen binnen in het data ecosysteem (zeker per domein) en interbestuurlijk aansluiting te vinden tussen de ecosystemen en vervolgens afspraken op samenwerking te formaliseren.
2. Methodiek: bepaling Datapositie voor je maatschappelijke opgave
A. Data speelveld
B. Data ontwikkelthema's
C. Roadmap
Dit is een product van de provincie Noord-Holland.
3. Kerndataset ontwikkelen: (ervaringen vanuit de energietransitie)
- Elke monitoropgave is gebonden aan de context van de sector en de rol van provincies en andere overheden daarin.
- Bij Klimaat speelt een belangrijke rol dat er een lange gezamenlijke beleidstraditie is met Energieakkoord (2013?) en Klimaatakkoord (2018), met gezamenlijke doelen en beleidstrategie.
- Daarnaast al rijke gezamenlijke monitortraditie met Klimaatmonitor bij RWS en werkgroep Vivet met kennisinstituten – ingesteld door EZK.
- Werk vanuit samenwerkingsverband van provincies rond monitoring in sector. Inventariseer stand van zaken en behoefte monitoring bij 12 provincies. Dat helpt om gemeenschappelijke deler te vinden.
- Betrek in proces indien mogelijk medeoverheden en kennisinstituten – in gespreksronde en gemeenschappelijke werksessies.
- Aan gemeenschappelijke dataset gaat gemeenschappelijke strategie en governance vooraf. Werk enkele strategische lijnen uit.
- Strategische lijnen begint met bepalen doel van monitoring.
- Bouw monitor gelaagd op vanuit beleidsverhaal voor sector. Mogelijke ordeningsprincipes: keten impact, outcome, output, throughput, deelsectoren.
- Stel met elkaar aantal basisprincipes voor monitoring uit: eenduidigheid data volgen (inter-)nationale standaard, optelbaarheid/uitsplitsbaarheid, procedure besluitvorming en bijstelling, professionele dataverzameling, periodieke datalevering.
- Kies voor interprovinciale governance binnen IPO via vakberaad, AAC, BAC en zo mogelijk interbestuurlijke governance met bestuurlijke stuurgroep, directeurenoverleg en werkgroep(en) met vakspecialisten.
- Werk besluitvorming uit volgens sectoroverstijgende structuur: gemeenschappelijk functioneel ontwerp met basisprincipes, kerndataset (indicatoren, definities, bronnen), ontwikkelagenda.
- Kies voor convergentie op hoofdlijnen, laat ruimte voor maatwerk per provincie.
- Maak gebruik van bestaande monitoring, datavergaring etc. en de daarvoor operationele professionele infrastructuur. Sluit waar mogelijk daarbij aan.
- Veranker in kerndataset wat nu nodig en mogelijk is; formuleer agenda voor wat voor komende jaar/jaren aanvullend wenselijk is en uitgewerkt moet worden.
- Werk eerste structuur voor kerndataset uit met een potloodschets voor indicatoren kerndataset. Indien die aanslaat kun je dataset, indicatoren en bronnen in werksessies detailleren.